Het meerjarenplan 2026-2031 van de Roeselaarse bestuursmeerderheid (cd&v, Vooruit en Lokaal Liberaal), werd maandagavond meerderheid tegen oppositie goedgekeurd. De oppositie uitte stevige kritiek op onder andere het financiële plaatje en het mobiliteitsbeleid.
Nadat de meerderheidspartijen vorige week hun meerjarenplan goed voor 125 miljoen euro aan investeringen zonder aan de aanvullende personenbelasting en de opcentiemen te raken, voorstelden, werd het document dat de doelstellingen, acties en financiële planning tot 2031 vastlegt, maandagavond voorgelegd aan de gemeenteraad. Schepen van Financiën Stefaan Van Coillie (cd&v) benadrukte dat de meerderheid ervoor koos om de tering naar de nering te zetten. “We snoeien nu om later te kunnen bloeien. We investeren 125 miljoen euro, 80 miljoen minder dan de vorige legislatuur. Dat blijft ambitieus, maar ook verantwoord. Bovendien blijven we financieel gezond. In 2031 hebben we een positieve autofinancieringsmarge van 1,7 miljoen euro. Dat bewijst dat onze plannen haalbaar zijn.”
Slappe koord
Maar dat kon de oppositie allesbehalve overtuigen. Zij toonden zich bijzonder scherp over het financiële luik van het meerjarenplan. Immanuel De Reuse (Vlaams Belang) noemde het financiële kader bijzonder breekbaar. “Een autofinancieringsmarge van ongeveer 1,7 miljoen euro op het einde van de legislatuur is geen buffer, maar een minimale veiligheidsmarge op een jaarlijks budget van 200 tot 300 miljoen euro. Eén externe schok – een nieuwe energiecrisis, stijgende rentevoeten, geopolitieke instabiliteit of bijkomende Vlaamse en/of federale verplichtingen – volstaan om dit plan te doen ontsporen”, oordeelt hij. “Daarnaast wordt de financiële schuld niet afgebouwd, maar verder opgebouwd. Tegelijk stijgen de rentelasten, wat een structurele hypotheek op de toekomst is, en maakt de stad gebruik van aanzienlijke nieuwe leningen. Dit is geen voorzichtig financieel beleid, maar balanceren op het slappe koord en beleid op krediet van de toekomst.”
Brecht Vermeulen (N-VA) vindt het misleidend om te pronken met het niet verhogen van de aanvullende personenbelasting en de onroerende voorheffing, terwijl andere belastingen en retributies wél fors stijgen en er nieuwe heffingen bijkomen. “Daarnaast is het financiële evenwicht broos: de autofinancieringsmarge is in de jaren 2026–2029 negatief en ook de gecorrigeerde autofinancieringsmarge blijft elk jaar onder nul. De stadsschuld nadert intussen 245 miljoen euro en de rentelast is in een decennium maal vier gegaan. Schulden zijn niet per definitie fout, maar zonder strikte uitgavendiscipline wordt het gevaarlijk. We blijven bij de hoogste schulden per inwoner in Vlaanderen. Hoe lang blijft men dat wegwuiven?”
Geen echte besparingen
N-VA betwist bovendien dat er sprake is van echte besparingen. “Terugkeren van een uitzonderlijk investeringsritme, mede dankzij het nieuwe stadhuis, naar een normaal ritme is geen 80 miljoen euro besparen,” stelt fractieleider Brecht Vermeulen. “De rem mocht echt wel steviger dicht door meer naar een kerntakendebat te gaan.” Bij Groen vinden ze het dan weer jammer dat er op geen enkele manier een belastingverschuiving onderzocht werd. “Van de burgers naar de bedrijven, want wie veel ruimte inneemt of vervuilt kan zeker meer bijdragen voor zijn overlast”, oordeelt Bert Wauters.
Mobiliteit
Maar de oppositie had ook heel wat kritiek op het inhoudelijke van het meerjarenplan, vooral op het mobiliteitsbeleid van de meerderheid. “Het mobiliteitsbeleid blijft een zorgenkind. Al jarenlang wordt bijgestuurd, hertekend en opnieuw bestudeerd, zonder dat er sprake is van een consequent en breed gedragen beleid”, aldus De Reuse. “Ook dit meerjarenplan trekt opnieuw aanzienlijke middelen uit voor mobiliteitsstudies in het centrum van de stad en in Rumbeke. Na jaren van studies mogen de inwoners van onze stad en deelgemeenten verwachten dat dit nu eindelijk leidt tot duidelijke keuzes. Onze stad mag geen proefterrein zijn voor mobiliteitsexperten.” “Roeselare raakt stilaan dichtgeslibd: centrum, ring, Rumbeke, de Westlaan, stationsomgeving en de invalswegen”, oordeelt Vermeulen. “Het evenwicht tussen veiligheid en doorstroming is totaal doorgeslagen. Een studie, zoals voor het centrum, is geen oplossing. De vraag is: welke investeringen volgen, en wanneer?”
Groen, al jarenlang voorstander van een verkeersluw centrum, hekelde het feit dat de auto nog steeds koning is in Roeselare. “Er is aandacht voor fietsers en voetgangers, als ze maar niet in de weg lopen van de auto”, zegt Wouters. “Het staat ook letterlijk in het plan: de auto blijft overal welkom. Veel verandering zal er dus niet komen. Waarom dan een mobiliteitsstudie uitvoeren, als je niet van plan bent om iets te veranderen. Weer zes jaar kansen laten liggen.”
Veiligheid
De topprioriteit van de meerderheid is deze legislatuur veiligheid. “Maar tot nu toe hoor ik vooral het strenge, stoere discours. Overlast en controle. Maar naast het repressieve moet er ook, en veel, aandacht zijn voor maatschappijvorming”, gaat Wouters verder. “Wij willen meer preventie en samenleven. Roeselare is gegroeid tot een diverse stad, integreren doe je niet alleen met een taalbad of op het werk. Werk aan die sociale cohesie en integratie, zorg dat iedereen mee is. Door de focus op een symptoom, mag je de oorzaken niet uit het oog verliezen. Ook hier is voorkomen beter dan genezen.” Vlaams Belang en N-VA zijn de investeringen inzake veiligheid meer genegen. Al maken ook zij enkele kanttekeningen. “Investeren in veiligheid is noodzakelijk, maar het moet gepaard gaan met een goeie sturing, transparante rapportering en vooral voelbare resultaten voor de inwoners”, aldus De Reuse. “Meer budget voor politie moet leiden tot een merkbare daling van het onveiligheidsgevoel. Dat vraagt niet alleen mensen en middelen, maar ook een betere samenwerking met parket, rechtbanken en federale diensten”, stelt Vermeulen op zijn beurt.
Tot slot heeft elke oppositiepartij ook nog zijn eigen specifieke bekommernissen. Zo is N-VA helemaal niet te vinden voor Superfood voor jonge helden, de subsidie voor basisscholen om gezonde voeding voor alle kinderen te voorzien. “Kinderarmoede moet je ernstig bestrijden, maar niet door scholen als cateringbedrijf te gebruiken. Werk gericht waar de nood het grootst is,” vindt Brecht Vermeulen. Groen valt dan weer over de verbinding tussen het Sterrebos en het Bergmolenbos. “Veel te duur en zonder ecologische meerwaarde”, aldus Bert Wouters. En ook de vervanging van de Spiraalbrug blijft zorgen baren. “Dit dreigt opnieuw een verhaal te worden van hoge kosten en twijfelachtige meerwaarde. Het risico bestaat dat dit project, net als de eerste spiraalbrug, uitmondt in een duur en overbodig prestigeproject”, oordeelt De Reuse.